hero

Hoe staat het met de Hoge Weide in Strijen

Verhalen/18 November 2022

Als lerende organisatie kijken we kritisch naar onze eigen projecten. Vanuit onze missie ‘Respectvol Rentmeesterschap’ bouwen we aan gezonde en toekomstgerichte architectuur. Maar welke invloed heeft de factor tijd op de kwaliteit en gebruikswaarde van onze gebouwen? Hoe ervaren opdrachtgevers en gebruikers het gebouw jaren later? Dit keer gaan we langs bij het woonzorgcomplex de Hoge Weide in Strijen, dat in 2010 officieel werd geopend. Hoe functioneren deze gebouwen vandaag de dag en wat kunnen we hiervan leren?

De voorbereidingen voor de nieuwbouw begonnen al in 2006. Het plan bestond uit de realisatie van nieuwe groepswoningen (4x8) voor dementerende ouderen, vervangende nieuwbouw voor het dienstencentrum gekoppeld aan bestaande woningen en de bouw van 16 nieuwe zorgappartementen. Nico de Pijper, directeur-bestuurder bij Zorgwaard, weet nog precies waarom de keuze destijds is gevallen op RoosRos Architecten. Hij vertelt: “We hadden drie bureaus geselecteerd. Voor RoosRos was dit hun eerste zorgcomplex, maar hun voorstel om twee weken mee te werken in de zorg gaf de doorslag. Dan begrijp je als architect waarvoor je iets ontwerpt en wat er nodig is.”

Wachtlijsten  
De jaren na oplevering hebben de gebouwen hun dienst bewezen en nog steeds. Daar is iedereen het over eens. “De woningen zijn nog steeds erg in trek,” weet Ellen van den Bosch, zorgmanager bij Zorgwaard. “Er zijn wachtlijsten.” “Ik denk dat we kunnen stellen dat dit onze mooiste woningen zijn”, vult Theus van der Poel (voormalig Manager intramurale zorg) aan. “Er is efficiënt gebruikgemaakt van de vierkante meters, binnen de mogelijkheden van de zorgrichtlijnen en -kaders. Bewoners profiteren van de extra verblijfsruimte die binnen het totaal is gerealiseerd. Dat is destijds heel goed opgepakt door RoosRos en hier zijn we als Zorgwaard trots op.”

Tijden veranderen  
Maar de afgelopen vijf jaar is de zorg ingrijpend veranderd. Daar weet Gera van der Wulp als zorgmedewerkster alles van. “Vroeger kwamen hier vooral mensen met lichte dementie, maar doordat mensen nu veel langer thuis wonen, is de zorgvraag veel zwaarder geworden. Dan blijken de woningen – ondanks dat ze relatief groot zijn – toch hun beperkingen te hebben.” “We missen nu ook praktische opbergruimte”, vult Ellen aan. “We hebben bijvoorbeeld geen ruimte meer voor de huishoudkar. Er komen steeds meer faciliteiten bij, zoals de duofiets bijvoorbeeld, en door de jaren heen verzamel je natuurlijk een hoop spullen. Toegegeven, hier ligt ook een belangrijke taak voor ons om kritisch naar onze inboedel te kijken.”
Een andere opmerking heeft betrekking op de logistiek. De locatie van de groepswoningen is mooi aan de rand van de polder, maar op afstand van de gemeenschappelijke voorzieningen, waardoor deze niet voor alle bewoners even goed bereikbaar zijn. De verschillende losse gebouwdelen maken het voor medewerkers lastig om goed samen te kunnen werken. “Je moet altijd via buiten naar een ander gebouw. Dat is zeker in het kader van de veiligheid voor de nachtdienst minder prettig”, stelt Ellen. “Verder zorgt ook de gestapelde bouw voor uitdagingen. Medewerkers moeten nu veel heen en weer lopen tussen de verdiepingen.”

Anders bouwen  
“Vandaag de dag hadden we een compleet ander gebouw neergezet en vermoedelijk ook op een andere locatie, meer bij de dorpskern”, vertelt Nico. “Niks ten nadele van het gebouw. De keuze voor deze locatie leek toen het meest logisch als aanvulling op de reeds bestaande appartementen. Daarbij hadden we nog met tal van andere regels en beperkingen te maken. Dat was voor RoosRos een hele puzzel en ik ben van mening dat ze hier echt het maximale uitgehaald hebben. We zijn nu tijden met elkaar aan het vergelijken die totaal verschillend zijn. De coronacrisis heeft de zorgwereld in een razend tempo veranderd. We moeten nu vooral kijken naar hoe we het gebouw kunnen aanpassen aan de nieuwe wensen en eisen binnen de bestaande kaders. Dit gesprek helpt ons hier enorm bij. En als de architecten van RoosRos weer een weekje met ons meelopen, dan kunnen we straks vast en zeker weer een paar jaar vooruit.”  

 

Geleerde lessen

  • We hebben in het ontwerp slim gebruikgemaakt van de beschikbare middelen en daarmee zijn deze woningen nog steeds hoogwaardig en behoren ze tot de “mooiste van Zorgwaard”. Doordat de zorgvraag echter steeds zwaarder wordt, lopen de medewerkers in de woningen nu tegen beperkingen aan. Hier hebben we met specifieke aanvullende regels en eisen te maken. Hoe kan een gebouw daarin meebewegen?
  • Een meer centrale ligging voor de collectieve voorzieningen van het totale complex is wenselijk, zodat deze ruimte voor alle bewoners beter bereikbaar is. De primaire locatiekeuze voor een gebouw is dus langdurig bepalend voor de functionaliteit ervan.
  • De gescheiden gebouwdelen zorgen voor uitdagingen op het gebied van logistiek, personele bezetting en veiligheid. Bouwkundige verbinding van gebouwen of toepassing van domotica kunnen hierin uitkomst bieden. Dit laatstgenoemde is mogelijk ook een oplossing voor toezicht op de verschillende verdiepingen, waardoor personeel minder vaak heen en weer hoeft te lopen.
  • De beschikbaarheid van voldoende praktische opbergruimte is belangrijk en blijft altijd een opgave. Nieuwe ontwikkelingen zorgen voor nieuwe wensen qua ruimtebehoefte. Destijds zijn de gebouwen flexibel ontwikkeld, waardoor deze opgave wellicht relatief eenvoudig oplosbaar is door het herschikken van de wanden en ruimtes, zonder verder uitbreiding van het gebouw.

 

‘Hoe staat het met’ is een terugkerende rubriek waarin we in gesprek gaan met gebouweigenaren en gebruikers over projecten uit het verleden. Gezamenlijk kijken we kritisch naar het project en bespreken we de leerpunten die RoosRos in aankomende projecten kan meenemen