Hoe staat het met Wartburg College locatie Marnix
Verhalen/19 May 2022Vanuit onze missie Respectvol Rentmeesterschap bouwen we aan gezonde en toekomstgerichte architectuur. Als lerende organisatie kijken we graag kritisch naar onze eigen projecten. Wat is de invloed van de factor tijd op de kwaliteit en gebruikswaarde van onze gebouwen? Hoe ervaren opdrachtgevers en gebruikers jaren later de ambities en gemaakte keuzes uit het verleden? In deze editie van ‘Hoe staat het met’ keren we terug naar de Marnix in Dordrecht, een onderwijslocatie van het Wartburg College.
Successen en verbeterpunten
RoosRos ging in gesprek met medewerkers van het eerste uur en sprak Jan den Besten en Cor van Driel, beiden betrokken bij de bouw van de nieuwe Marnix en werkzaam op de locatie. Een aantal jaar na de oplevering van het gebouw maakten ook Herman den Hollander (directeur) en André Dalm (facilitair coördinator) kennis met dit onderwijsgebouw. Gezamenlijk bespraken we het gebouw en kwamen zowel de successen als een aantal verbeterpunten aan bod.
Open en transparant
Ruim vijftien jaar geleden had de Marnix een oud en te klein gebouw voor het aantal leerlingen. Cor van Driel zat destijds in de bouwcommissie en vertelt: ‘Transparantie was voor de nieuwbouw een grote eis; en dat is heel goed gelukt!’. Jan, die toentertijd betrokken was bij de bespiegelingen rondom de nieuwbouw, vult hem aan: ‘Daarnaast wilden we een flexibel gebouw, waar we tot op de dag van vandaag dankbaar gebruik van maken. Door kleine aanpassingen in de indeling deint het gebouw mee met het onderwijs van de toekomst en het veranderend aantal leerlingen.’
Kleinschalig
Bezoekers beschrijven het onderwijsgebouw als open, transparant, kleinschalig en veilig en dat komt volgens Herman den Hollander door de overzichtelijke structuur, de korte looplijnen en de logische indelingen. Het gebouw bestaat uit een centrale hal met daarboven een mediatheek en de aula. Deze hangen als elementen in de hoge ruimte. Aan weerszijden van deze hal bevinden zich vrij indeelbare vloervelden met onderwijsfuncties, elk in vier bouwlagen. Hij vertelt: ‘Als ik ooit nog een school mag ontwerpen, heb ik mij altijd voorgenomen om dit gebouw als uitgangspunt te nemen. Men zou met goede argumenten moeten komen om deze indeling niet aan te houden. Het is de kracht van de eenvoud.’
Jan vult hem aan: ‘We hebben alles behouden, zelfs de kleurstellingen die toen bedacht zijn. Er zit een visie achter; het geeft leerlingen richting en verdeelt de school in verschillende afdelingen met een eigen identiteit. Hierdoor voelen leerlingen zich snel thuis.’
Passende oplossing
Na een aantal jaar ontstonden er krimpscheuren in de wanden van de aula. Al snel is daar in samenwerking met RoosRos een adequate oplossing voor gevonden. Den Hollander vertelt: ‘Mijn eis was om een oplossing te vinden waarvan men zou denken dat het er altijd al was. En dat is gelukt. De toegevoegde slanke witte panelen met gekleurde zijkanten zijn een verrijking voor het gebouw.’
Zonbelasting
Ruim vijftien jaar geleden is een aantal keuzes gemaakt die de gebruikers en RoosRos nu anders zouden aanpakken. Den Hollander legt uit: ‘We zeggen altijd dat we transparant willen zijn naar het Dordtse Leerpark, maar de grote raampartijen aan de zuidgevel zorgen ervoor dat de mediatheek soms flink kan opwarmen.’ Iets wat RoosRos, met de kennis van nu, niet meer zou toepassen. De huidige vuistregel is juist om de zonbelaste gevels een gesloten karakter te geven of te voorzien van een uitstekende zonwering. Voor de koeling is de school afhankelijk van het klimaatsysteem, de grote raampartijen kunnen niet open. Den Hollander: ‘Dat was echt iets van die tijd. Om het klimaat optimaal te kunnen beheersen, moest je de ramen gesloten houden. Tegenwoordig willen we juist de wind in onze haren voelen als we binnen zitten.’
Geleerde lessen
Resume geleerde lessen:
- De gebouwstructuur met links en rechts onderwijsprogramma met daartussen een centraal hart met een trappenpartij en functies zoals een aula en de mediatheek in het zicht wordt nog steeds gewaardeerd!
- Grote raampartijen aan de zuidgevel zorgen voor een hoge warmtelast. Oplossingen hiervoor moeten goed en integraal ontworpen worden. En ramen moeten open kunnen, de wind in de haren!
- Een technisch probleem zoals krimpscheuren op naden kan omgezet worden in een kans.
‘Hoe staat het met’ is een terugkerende rubriek waarin we in gesprek gaan met gebouweigenaren en gebruikers over projecten uit het verleden. Gezamenlijk kijken we kritisch naar het project en bespreken we de leerpunten die RoosRos in aankomende projecten kan meenemen.