Transformatie monumentaal vastgoed
Nieuws/23 March 2023‘We bouwen allemaal om iets neer te zetten waar we trots op zijn.’ RoosRos architecten en GetGripp geven monumentaal transformatorstation 50 kV nieuwe bestemming. Van transformatorstation naar bijzonder woongebouw.
Aan de Oranjelaan in Dordrecht, aan de oever van het Wantij, staat het voormalige tranformatorstation 50 kV. In de jaren ’50 was dit monument ontworpen door de gerenommeerde architect Hamerpagt, als onderdeel van een aaneenschakeling van kV-stations. Vanuit 50 kV verspreidde het stroomnetwerk zich door Dordrecht. Nadat het zijn functie als transformatorstation verloren had, kreeg RoosRos in 2016 opdracht van vastgoedontwikkelaar GetGripp om het gebouw een nieuwe bestemming te geven. We spreken opdrachtgever Jeroen Plaisier van GetGripp en RoosRos-architect Austin Schulte Fischedick, die het project samen met Sander Ros ontwierp.
Jeroen, hoe zijn jullie bij RoosRos terechtgekomen?
Jeroen Plaisier: ‘Bij GetGripp werken wij al lang samen met RoosRos. We kennen elkaar goed en weten wat we aan elkaar hebben. Mijn vader was in 2016 met Sander begonnen aan de visievorming rond dit project. Een complexe puzzel met heel veel randvoorwaarden. In de loop van de tijd zijn veel mogelijke functies de revue gepasseerd, van een hotel tot een particulier automuseum. Het is een utilitair pand, niet gemaakt om in te wonen, werken of recreëren. Je moet dus veel ingrepen doen om het pand een nieuwe bestemming te geven. Ik heb het project enkele jaren geleden van mijn vader overgenomen.’
Uiteindelijk is besloten appartementen te realiseren. Wat was hiervoor nodig?
Austin Schulte Fischedick: ‘De belangrijkste ingreep was daglicht creëren. Het oorspronkelijke gebouw had vrijwel geen daglichttoetreding, die moesten we dus realiseren. In het hart van het gebouw hebben we daarom een atrium bedacht, waarvoor we één van de twee voormalige transformatorhallen ingezet hebben. Bestaande raamopeningen in de gevels worden op een aantal plekken in de stijl en de structuur van het pand vergroot. Vervolgens hebben we aan de Wantijzijde een nieuw volume gecreëerd met veel glas en fraaie buitenruimtes voor nieuwe appartementen. Door deze ingrepen konden we het oude pand bewoonbaar maken en 33 hoogwaardige appartementen realiseren.’
Wat waren de belangrijkste uitgangspunten in het ontwerp?
Jeroen Plaisier: ‘Het hoofdconcept van dit project is mutualisme. Daarmee bedoelen we dat het oude en het nieuwe deel niet simpelweg symbiotisch moeten zijn, maar elkaar echt moeten versterken. Beide volumes moeten beter worden van de symbiose.’
Hoe is dat concreet ingevuld?
Austin Schulte Fischedick: ‘Nieuwbouw en oudbouw hebben ieder hun eigen identiteit, maar respecteren en versterken elkaar. In het oude gebouw hebben we de detaillering zoveel mogelijk gehandhaafd zoals die in zijn glorietijd gebouwd is. Bestaande betonkaders hebben we in een nieuwe vorm teruggebracht, toegespitst op meer lichtinval en hedendaagse normen. Zo hebben we bijvoorbeeld hoge raampartijen gerealiseerd, maar in detaillering en verhoudingen zoals die in het originele gebouw verwerkt waren. In de nieuwbouw hebben we het contrast gezocht met het bestaande pand, dat gelaagdheid heeft uit verschillende volumes. Met de nieuwbouw hebben we een ingetogen volume toegevoegd in een contrasterende kleur, maar wel met verwijzingen en details die een buiging maken naar de oudbouw. Zo is de nieuwbouw bijvoorbeeld hetzelfde saliegroen dat je in het oude gebouw terugvindt in het koper en de transformatoren.’
De bouwvergunning wordt aangevraagd. Wanneer is dit gebouw een succes?
Jeroen Plaisier: ‘Een architectonisch woonconcept is wat ons betreft pas succesvol als in De Architect foto’s staan van mensen die er met plezier in wonen. Dat is onze missie en ik denk dat wij daarin gaan slagen. Ik was als kind al fan van dit soort karaktervolle monumenten. Mede vanwege dit soort gebouwen ben ik bouwkunde gaan studeren en daarom ben ik trots op wat we nu aan het doen zijn: een donker, gesloten gebouw zonder transparantie een tweede leven geven en er 33 unieke appartementen in realiseren. Ieder appartement heeft een andere plattegrond en in ieder appartement zou ik willen wonen. Ze hebben stuk voor stuk intrinsiek veel woonkwaliteit met veel glas, een mooi uitzicht en veel buitenruimte.’
Op naar het volgende gezamenlijke project?
Jeroen Plaisier: ‘Zowel wij als RoosRos gaan voor kwaliteit. Dat vereist soms compromissen, maar het prettige aan deze samenwerking is dat die altijd met respect voor elkaars wensen, eisen en ambities gemaakt worden. We bouwen allemaal om iets neer te zetten waar we trots op zijn. 50 kV is daar een mooi voorbeeld van en ik verwacht zeker dat er meer van dergelijke mooie projecten zullen volgen.’